Levensgedrag en aanvraag vergunning
Voor het aanvragen van sommige vergunningen moet de aanvrager van goed levensgedrag zijn. Bijvoorbeeld voor het schenken van alcohol in de horeca. Maar ook voor exploitatievergunningen. Als een aanvrager niet van goed levensgedrag is, kan dit een reden zijn dat de aanvrager de vergunning niet krijgt.
Onderzoek levensgedrag
Om goed levensgedrag vast te stellen onderzoekt de gemeente of de aanvrager (ooit) veroordeeld is. En of er andere zaken zijn waaruit geen goed levensgedrag blijkt. Dit kunnen ook zaken zijn die ouder zijn dan 5 jaar. De gemeente vraagt informatie op bij het register van Justitie, de politie en de toezichthouders van de gemeente. Zaken waar de gemeente extra op let:
- drank, drugs en wapen
- geweld, seksueel geweld, uitbuiting of misbruik
- mensenhandel, zedendelicten
- betrokkenheid minderjarigen of andere kwetsbare personen
- misbruik van positie
- diefstal, heling, vermogensdelicten
- georganiseerde criminaliteit
Goed levensgedrag telt zwaarder mee als de horeca in het uitgaanscentrum ligt en bij een aanvraag voor een ontheffing sluitingstijd. Het tijdsverloop en de frequentie tussen feiten die naar boven komen telt ook mee. En of iemand in herhaling valt.
Soorten vergunningen
Voor de volgende vergunningen onderzoekt de gemeente het levensgedrag van de aanvrager: