Veelgestelde vragen en antwoorden invoering betaald parkeren Sonsbeeck

In een groot deel van de wijken rondom het centrum is al jaren sprake van een hoge parkeerdruk. Dit geldt ook voor Sonsbeeck. Zeker omdat Sonsbeeck aan 3 kanten wordt omsloten door gebieden met betaald parkeren. Ook wordt in andere delen van Boeimeer het parkeren ook gereguleerd.

Op basis van observaties en ontvangen meldingen van bewoners is besloten de parkeerdruk in het gebied te onderzoeken. Om zicht te krijgen op de parkeerdruk in Sonsbeeck zijn in mei 2021 en november 2021 8 parkeeronderzoeken gedaan. Uit deze tellingen blijkt dat er een hoge parkeerdruk is, en dat er veel mensen parkeren die niet in de wijk hoeven zijn. De beste manier om de parkeerdruk te verlagen is het invoeren van parkeerregulering. Ook zullen de parkeerplaatsen op eigen terrein (POET) beter gebruikt worden omdat bewoners geen recht hebben op een parkeervergunning voor hun eerste auto als een POET aanwezig is. De parkeerdruk zal hierdoor verder omlaag gaan.

Meldingen geven een beeld van de parkeeroverlast en kunnen een reden zijn de parkeerdruk verder te onderzoeken. Het aantal meldingen is geen reden voor het wel of niet invoeren van betaald parkeren. Van begin 2020 tot en met begin 2022 heeft het Parkeerbedrijf 12 meldingen ontvangen over de parkeersituatie in de wijk. Naast deze 12 meldingen hebben BOA’s in deze periode 16 meldingen afgehandeld. Dit zijn onder andere meldingen verstuurd via de BuitenBeter app verstuurd over bijvoorbeeld foutparkeerders.

Bij invoer van betaald parkeren in grote gebieden (bijvoorbeeld Zandberg) wordt vaak gewerkt met een klankbordgroep. Dit omdat het makkelijker is om in een kleinere groep onderwerpen zoals vergunningstijden te bespreken. 

In het gebied Sonsbeeck is niet gekozen voor een klankbordgroep, maar voor informatiebijeenkomsten. Dit omdat het gebied relatief klein is, net als het aantal mogelijke bespreekpunten. In Sonsbeeck gaat het vooral over onderwerpen als maatwerkoplossingen en locaties van parkeerautomaten. Dit wordt zo breed mogelijk besproken tijdens informatiebijeenkomsten. De resultaten worden daarna meegenomen in het bestuurlijke besluit. 

Tot een aantal jaar geleden was in de beleidsregels parkeren opgenomen dat vergunningparkeren ook kon worden ingevoerd als niet aan de criteria in de beleidsregels werd voldaan (zoals hoge parkeerdruk). In dat geval werd een enquête gehouden. De gemeente(raad) heeft besloten dit niet meer te doen bij de invoering van betaald parkeren. Betaald parkeren kan een oplossing zijn als uit objectieve criteria zoals tellingen blijkt dat er een hoge parkeerdruk is. 

Ook bleek dat de respons op de enquête in bijna alle gevallen te laag was om volgens de beleidsregels ‘geldig’ te zijn. De respons moest boven de 60% liggen en dat werd vaak niet gehaald. Bovendien blijkt uit ervaring in Breda en in andere steden dat de uitkomsten vaak geen goed beeld geven van het daadwerkelijke draagvlak. Dit komt doordat iemand, als hij/zij tegen is, sneller geneigd is de enquête in te vullen dan iemand die voor is of neutraal. Ten slotte kan de parkeerdruk en de overlast die wordt ervaren per straat verschillend zijn. Omdat het invoeren van betaald parkeren alleen per gebied kan, kan het zijn dat door parkeeroverlast in een aantal straten, alle straten in een gebied gereguleerd moeten worden. Ook als daar minder hoge parkeerdruk is of minder problemen worden ervaren. 

Daarom wordt de afweging over de invoering van vergunningparkeren gemaakt op basis van objectieve criteria zoals de gemeten parkeerdruk in een gebied. Het aantal meldingen is daarbij niet bepalend. Meldingen geven, samen met bijvoorbeeld een schouw, berichten vanuit nood- en hulpdiensten of ligging in de stad, wel richting over in welke gebieden de parkeersituatie verder onderzocht moeten worden.
 

Het gebruik van maximale parkeerduur is nu lastig als gevolg van een uitspraak van de rechter over de maximale parkeerduur, in een zaak op een andere plek in het land. Er wordt nog onderzocht wat de gevolgen daarvan zijn voor de gemeente Breda. Voorlopig worden er geen nieuwe gebieden aangewezen.

Het college van burgemeester en wethouders heeft in maart 2022 2 opties uitgewerkt voor de parkeerplaatsen bij het zwembad (Pieter Christiaanstraat):

1. Het plaatsen van een slagboom waardoor het terrein niet meer openbaar is.
2. Het terrein meenemen in betaald parkeren gebied door plaatsing van een betaalautomaat. 

Na uitwerking van de voor- en nadelen van beide opties is (in bestuurlijk overleg) gekozen voor het plaatsen van een parkeerautomaat. Belangrijke overwegingen zijn dat het regelen met een automaat het meest effectief is, op het meeste draagvlak kan rekenen in de omgeving en het minste consequenties heeft op het gebied van financiën, uitvoering en besluitvormingstraject.

Dit maakt onderdeel uit van de keuze het terrein op te nemen in het vergunninggebied (vergunningen zijn dan geldig) of af te sluiten met een slagboom. 

De parkeerkosten in Breda zijn voor iedereen gelijk. Hierin maken we momenteel geen onderscheid voor bijvoorbeeld maatschappelijke voorzieningen zoals een zwembad. Met het vergroten van het betaald parkeren gebied in de stad komen we echter meer van dit soort situaties tegen. Om die reden is de gemeente nu aan het kijken hoe we hiermee om kunnen gaan.

Het uitbreiden van het aantal parkeerplaatsen bij het zwembad is alleen mogelijk met grootschalige herinrichting en gaat ten koste van het groen (bijvoorbeeld op het middenterrein) of de toegangsruimte naar het zwembad of park. Dat is op dit moment niet mogelijk en wenselijk.

Er zijn voldoende parkeerplaatsen beschikbaar voor de bewoners. Hiervoor zijn de parkeertellingen geanalyseerd. Het aantal getelde auto’s tijdens een doordeweekse nacht levert een goed beeld op van de parkeerbehoefte van bewoners, omdat bewoners dan vaak thuis zijn. Er is bij de parkeeronderzoeken gekeken of de auto’s van buurtbewoners zijn. Leaseauto’s worden niet op een woonadres geregistreerd en er is in de analyse voor de zekerheid vanuit gegaan dat alle getelde leaseauto’s van bewoners zijn. In de drukste nachtperiode is het aantal getelde voertuigen van bewoners vergeleken met het beschikbare aantal parkeerplaatsen op straat en op eigen terrein. 
Uit deze 'worstcase' benadering blijkt dat in de drukste nacht (november 2021) op straat 116 voertuigen geteld zijn (bewoners + lease). De beschikbare capaciteit is 125 plekken. Ook zijn 51 parkeerders geteld op eigen terrein met een beschikbare capaciteit van 68.

De parkeercapaciteit bij het zwembad (101 plaatsen) is in deze analyse buiten beschouwing gelaten. Deze is beschikbaar. 

In de huidige situatie zijn 125 officiële parkeerplaatsen beschikbaar. Hiernaast wordt op verschillende plaatsen nog (gedoogd) geparkeerd, bijvoorbeeld op de stoep en voor opritten. Het uitgangspunt is dat er zoveel mogelijk officiële parkeerplaatsen komen en dat er wordt aangesloten bij de huidige dagelijkse parkeersituatie in de omgeving. 
In de nieuwe situatie komen er 139 openbare parkeerplaatsen. Dit zijn 14 parkeerplaatsen meer dan nu formeel toegestaan is. Dit sluit zo veel mogelijk aan bij hoe nu wordt geparkeerd. 

Het ontwerp is gemaakt op basis van ontvangen vragen en reacties. De toename van 14 plekken zit met name in het formaliseren van parkeren op de stoep. Hiernaast worden de vakken bij de laadpalen in de Clausstraat verkleind en de scheidingslijnen tussen de parkeervakken worden verwijderd (ook in de Floris- en Constantijnstraat). Daardoor is in de praktijk ruimte voor nog iets meer geparkeerde (kleine) auto’s. Dit wordt voor de zekerheid echter niet meegerekend in de berekeningen.

Goed om te weten: dit is het gebied zonder de Pieter Christiaanstraat (bij het zwembad). Hier zijn in de oude en nieuwe situatie 101 parkeerplaatsen beschikbaar. 
 

Uit de parkeeronderzoeken blijkt dat er in de nacht ongeveer 25 auto's staan geparkeerd van mensen die niet in dit gebied horen te staan. Verder zijn er tijdens de drukke periodes (nacht) ongeveer 15-20 parkeerplaatsen op eigen terrein onbenut. Met het invoeren van betaald parkeren worden 'vreemdparkeerders' geweerd en parkeerplaatsen op eigen terrein beter benut. De verwachting is dat hierdoor de parkeerdruk in het totale gebied af zal nemen. Het effect van deze maatregel kan per straat verschillen.

Het maximaal aantal uit geven vergunningen is standaard 120% van de beschikbare capaciteit. De verwachting is dat dit aantal niet nodig is.

De hoeveelheid getelde voertuigen in de nacht is kleiner dan de capaciteit. Ook levert de invoering van betaald parkeren vermindering van de parkeerdruk op doordat mensen die niet in de wijk horen te parkeren worden geweerd en parkeerplaatsen op eigen terrein beter worden benut. Bij invoering worden maatwerkoplossingen uitgewerkt voor situaties zoals parkeren op de stoep. Als het mogelijk is, dan worden gedoogde parkeerplekken omgezet naar legale. Hierin wel altijd voorop gesteld dat de veiligheid niet in het gedrang mag komen, stoepen toegankelijk zijn en hulpdiensten altijd doorgang moeten vinden.

In de zijstraten van de Clausstraat en het doodlopende deel van de Willem Alexanderstraat wordt parkeren op de stoep toegestaan.

De parkeerautomaten staan als concept ingetekend in de maatwerkontwerpen. Opmerkingen die zijn ontvangen, bijvoorbeeld op de informatiebijeenkomsten, worden meegenomen in de uitwerking van de ontwerpen. Voor de plaatsing overlegt de gemeente altijd met direct omwonden.

In overleg met de eigenaren van de garages wordt bekeken of de kruizen weg kunnen. Dit zou namelijk betekenen dat deze garages niet meer toegankelijk zijn vanaf de straat.

Er worden geen bomen gekapt of groenvakken verwijderd met als doel extra parkeerplaatsen te realiseren.

In de parkeerstroken in de Clausstraat, Florisstraat en Constantijnstraat worden de scheidingsstrepen verwijderd.

De vakken bij de laadpalen in de Clausstraat worden kleiner gemaakt en verschoven om iets meer ruimte te maken voor andere voertuigen.

De opritten zijn met 5 meter kort, maar nog binnen de minimale eisen voor opritten. Daarom worden deze opritten geregistreerd als parkeerplaats op eigen terrein (POET),en moeten gebruikt worden voor het parkeren van een auto. Dat dit inhoudt dat de toegangsdeur anders of niet gebruikt kan worden dan nu, veranderd niets aan deze situatie.