Toelichting voorwaarden Creatieve Talenten en Makers

Op deze pagina staat uitgelegd hoe de subsidie wordt verdeeld als er bij één indientermijn meer subsidie is aangevraagd dan er beschikbaar is. Dit gebeurt met een tendersysteem. Aanvragen die voldoen aan de volgende voorwaarden doen mee aan de tender.

  • De aanvrager is een creatief talent of een creatieve (mogelijk-)maker die minimaal een jaar werkt in de gemeente Breda.
  • Het project vindt plaats in de gemeente Breda.
  • Het project vindt plaats in 2026 en start niet eerder dan 13 weken na sluiting van de indientermijn waarin de aanvraag is ingediend.

Hierbij wordt het beschikbare budget verdeeld op basis van een onderlinge vergelijking en het toewijzen van punten. De beste aanvragen, dus voor activiteiten die het meest bijdragen aan de doelen uit het cultuurbeleid, krijgen de meeste punten en komen als eerst voor subsidie in aanmerking. Als op een criterium nul punten wordt gescoord (onvoldoende), wordt niet voldaan aan de voorwaarden en komt de aanvraag niet voor subsidie in aanmerking.

Beoordelingscriteria toetsing aanvraag

Bij het tendersysteem is het uiteraard van belang dat het van tevoren duidelijk is aan welke beoordelingscriteria de aanvragen worden getoetst. De beoordelingscriteria en de manier van beoordelen worden hieronder toegelicht. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met het profiel, de context en de ervaring van de subsidieaanvrager.

Voorwaarde 'Artistieke kwaliteit'

Onder dit criterium wordt getoetst op welke wijze de aanvrager erin slaagt om werk te ontwikkelen of produceren op een niveau dat kwalitatief hoogstaand is. Met een hoge artistiek-inhoudelijke kwaliteit wordt bedoeld dat er sprake moet zijn van een sterke artistiek-inhoudelijke visie. De artistiek-inhoudelijke kwaliteit wordt getoetst aan de hand van de indicatoren ‘visie’, ‘oorspronkelijkheid’, ‘vakdeskundigheid’ en ‘zeggingskracht’.

Visie

Visie heeft betrekking op het beeld van de artistiek-inhoudelijke ontwikkelingen, die de subsidieaanvrager beoogt op de langere termijn, in relatie tot de positie die de aanvrager inneemt in de sector en de disciplines op lokaal, regionaal of nationaal niveau. 

Oorspronkelijkheid 

Oorspronkelijkheid houdt verband met de herkenbare (artistieke) signatuur die onlosmakelijk is verbonden met de aanvrager en de mate van onderscheidende activiteiten. In hoeverre zijn de activiteiten van de subsidieaanvrager onderscheidend ten opzichte van andere makers in de stad, regio of het land? 

Vakdeskundigheid

Vakdeskundigheid heeft betrekking op de vaardigheid van de aanvrager. Het werk van de aanvrager moet een vanzelfsprekende hoogwaardige kwaliteit hebben. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de technische beheersing van instrumenten, spel, regie of choreografie. Het gevolgd hebben van een vakopleiding is daarbij niet doorslaggevend, het gaat om de vaardigheid en het vakmanschap waarmee de activiteiten tot stand komen en worden uitgevoerd.

Zeggingskracht 

Zeggingskracht heeft betrekking op de artistieke impact van het werk van de aanvrager op het beoogde publiek. Dat wil zeggen dat het werk het publiek aanspreekt. Is de aanvrager in staat het publiek te prikkelen, te ontroeren of aan het denken te zetten? Slaagt de aanvrager erin om datgene wat zij wil uitdrukken of bereiken, ook daadwerkelijk over te dragen op het publiek of de gebruikers? De subsidieaanvrager dient dan ook blijk te geven van kennis van het publiek dat men er mee hoopt te bereiken.

Voorwaarde ‘Impuls aan de creatieve loopbaan’

Deze regeling is bedoeld om talenten en (mogelijk-)makers te stimuleren in hun artistieke ontwikkeling. Onder dit criterium wordt beoordeeld in hoeverre de beoogde ontwikkeling helder is geformuleerd en of dit een logische en waardevolle stap is in de loopbaan van de aanvrager gelet op eerdere activiteiten en ervaring. Ook wordt beoordeeld in hoeverre het plan bijdraagt aan het versterken van de positie van het talent of de (mogelijk-)maker in de gemeente Breda. Bij collectieven wordt de gezamenlijke ontwikkelwens beoordeeld.

Voorwaarde ‘Organisatorische en zakelijke kwaliteit’

Onder dit criterium wordt beoordeeld of het plan voldoende vertrouwen geeft dat de aanvrager de voorgenomen activiteiten op verantwoorde en gezonde wijze te realiseren. Een goed onderbouwde begroting, een gedegen en doordachte aanpak en een realistische planning zijn hierbij essentieel. De aard en omvang van de kosten moeten inzichtelijk zijn. Het project moet financieel haalbaar zijn. Ook moet er een duidelijk tijdspad zijn voor de beoogde activiteiten.

Voorwaarde ‘Bijdrage aan culturele infrastructuur’

De wijze waarop wordt beoordeeld op dit criterium hangt af van de type aanvrager. Er wordt verwacht dat creatieve talenten en (mogelijk-)makers een bijdrage leveren een aan evenwichtige Bredase culturele infrastructuur. De aanvrager moet reflecteren op diens positionering in de sector en de wijze waarop wordt samengewerkt met culturele organisaties en/of andere creatieve makers. Er wordt toegelicht hoe de aanvrager zich met het project verbindt aan het werkveld en de stad.

Puntentoekenning

Aan ieder van de vier beoordelingscriteria kan maximaal 100 punten worden toegekend. In totaal kunnen er dus maximaal 400 punten worden toegekend. Per beoordelingscriterium wordt op meerdere aspecten beoordeeld en een eindscore toegekend, onderbouwd met argumenten. De basis voor deze beoordeling zijn de bij de aanvraag ingediende documenten. 

100 Excellent: 

Er zijn geen punten van kritiek. De aanvraag is op het betreffende criterium excellent uitgewerkt, de inhoud is zeer helder beschreven, excellent (want zeer zorgvuldig en overtuigend) onderbouwd en roept geen vragen op. 

90 Zeer Goed: 

Er zijn bijna geen punten van kritiek. De aanvraag is op het betreffende criterium zeer goed uitgewerkt, de inhoud is helder beschreven, zeer goed (want zorgvuldig en overtuigend) onderbouwd en roept bijna geen wezenlijke vragen op.

80 Goed: 

Er zijn weinig punten van kritiek en deze zijn niet van cruciale betekenis. De aanvraag is op het betreffende criterium onderdeel is goed uitgewerkt, de inhoud is helder beschreven en roept slechts een beperkt aantal vragen op. 

70 Ruim voldoende: 

Er zijn enkele punten van kritiek, maar deze doen weinig afbreuk aan de inhoud. De aanvraag is op het betreffende criterium ruim voldoende uitgewerkt en helder. De vragen die het oproept staan de uitvoering van het plan niet in de weg. 

60 Voldoende: 

Er zijn wel punten van kritiek maar deze zijn niet van doorslaggevende betekenis. De positieve elementen hebben de overhand. De aanvraag is op het betreffende criterium voor verbetering vatbaar, maar de verwachting is dat de aanvrager deze verbeteringen bij de uitvoering van het plan kan realiseren. 

50 Matig: 

Er zijn punten van kritiek, maar ook enkele positieve elementen. De aanvraag is op het betreffende criterium matig uitgewerkt en roept vragen op. Op onderdelen ontbreekt concrete informatie of is de informatie inconsistent. Er zijn verbeterpunten die opgepakt moeten worden. Als een subsidieaanvraag op een beoordelingscriterium minder dan 50 punten behaalt, is de kwaliteit niet goed genoeg en dan wordt de aanvraag geweigerd. 

40 Zwak: 

De punten van kritiek hebben de overhand. Deze betreffen cruciale aspecten. De aanvraag is op het betreffende criterium zwak uitgewerkt en roept veel vragen op. Veel informatie ontbreekt of de informatie is inconsistent. Er zijn belangrijke verbeterpunten die de uitvoering van het plan in de weg kunnen staan. 

30 Erg Zwak / 20 Zeer zwak / 10 Slecht:

De aanvraag levert zeer veel kritiek op. Er zijn bijna (30) tot geen (10) positieve elementen te benoemen. De aanvraag is op het betreffende criterium slecht uitgewerkt en roept veel significante vragen op. Essentiële informatie ontbreekt of de informatie is inconsistent. Er is gerede twijfel aan de uitvoerbaarheid.