Indië-herdenking 2025

Jaarlijks staan we op 15 augustus stil bij het einde van de Tweede Wereldoorlog in voormalig Nederlands-Indië. We herdenken iedereen die op welke manier dan ook getroffen is door deze oorlog. Vanwege de hitte en de zorg voor de gezondheid van de kwetsbare bewoners en bezoekers, hebben stichting Arjati en Egala Zorg besloten de herdenkingsbijeenkomst bij Woonzorgcentrum niet door te laten gaan. Hierbij alsnog de speech die burgemeester Paul Depla voor deze gelegenheid heeft voorbereid.

Salemat Siang,  

Herdenken. Een moment om terug te kijken. Slachtoffers te gedenken. Maar herdenken is zoveel meer. Het gaat ook om erkenning. Om te weten waar we vandaan komen. Om verbinding, door elkaars verhalen te leren kennen. Maar ook om te leren van die geschiedenis.  

80 jaar geleden capituleerde Japan. Daarmee kwam er einde aan de Tweede Wereldoorlog. We herdenken alle slachtoffers van de oorlog en Japanse bezetting. We luisteren naar de persoonlijke verhalen. We geven de bijzondere geschiedenis van Nederlands-Indië door. En maken die deel van ons gezamenlijke identiteit.

Die geschiedenis werd lange tijd niet verteld. Pas in 1988 werd voor de eerste keer landelijk stil gestaan bij 15 augustus. Terwijl die geschiedenis zoveel sporen heeft nagelaten. Zichtbaar. En onzichtbaar. Juist omdat die geschiedenis niet verteld werd, konden de littekens moeilijk helen. Bij de eerste generatie. Maar zeker ook bij de volgende generaties.

We gedenken nu wel het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië. 80 jaar geleden. Maar we kunnen helaas niet spreken van 80 jaar vrede en vrijheid. De vraag, die het centrale thema van deze herdenking vormt, is een treffende vraag. Waarop het antwoord helaas niet positief is.

Nog geen twee dagen na de Japanse capitulatie riep Soekarno de onafhankelijkheid van Indonesië uit. De Bersiap, die hierop volgde, was een tijd van oorlog, onderdrukking en geweld. Met name gericht op de groepen die verdacht werden van Nederlandse sympathieën zoals vooral Indo-Europeanen, Molukkers, Peranaken-Chinezen.

Een half jaar later probeerde Nederland het gezag op Java en Sumatra te herstellen. Die politonele acties of koloniale oorlog, eindigden met de overdracht van de soevereiniteit. In december 1949. Ruim 4 jaar na de Japanse capitulatie.

Maar het einde van het wapengekletter betekende voor velen niet de gewenste vrijheid. Want ruim 300.000 mensen verlieten gedwongen hun geboortegrond om naar Nederland te vertrekken.  

Hier werden ze kil ontvangen. Hun verhalen werden niet gehoord. Hun geschiedenis niet herkend. Niet op waarde geschat. Het leed, de oorlogstrauma’s, het verlies van thuis, de gebroken beloften. In deze context hield de eerste generatie de vreselijke verhalen voor zich.  

De periode van de Verzwegen Verhalen.  

Zoveel mensen. Zoveel verhalen. Allemaal anders. Maar ze bleven onuitgesproken. Ze blijven onverteld.  

De eerste generatie koos voor het zwijgen.  

Om verschillende redenen. De ervaringen van de oorlog, de kampen of de dwangarbeid waren te verschrikkelijk om verteld te worden. Men wilde de tweede generatie behoeden voor de brute en wrede geschiedenis. Maar ook omdat in Nederland er niemand leek te willen luisteren naar die verhalen uit Nederlands-Indië.

Maar niet praten, betekende niet dat er geen trauma’s waren. Betekende niet dat er geen leed was. Wat moet dat een vreselijk harde dobber zijn geweest.  

De oorlog wierp een schaduw over de vrijheid. Ontheemd. En niet in staat om de verhalen te vertellen. Kun je dan werkelijk van vrijheid spreken?  

Deze pijn van de eerste generatie is een onderdeel van het collectieve geheugen geworden van hun nazaten. Zo horen we straks onder andere het verhaal van Kim Wolthof, over de invloed van deze oorlog op en namens de 3e generatie. Haar verhaal gaat over het zoeken en vinden van je roots en familie. Over 80 jaar verdriet en het verbergen van de waarheid. Over het verlangen naar het onbekende dat toch zo bekend blijkt te zijn. En ook over verbondenheid met de Nederlands Indische gemeenschap.  

De Verzwegen Verhalen. Ze zijn allemaal bijzonder. Maar ze hebben gemeen dat het verzwijgen zorgt voor verdriet. Omdat voor betrokkenen hun historie verborgen blijft. Zo vertelde een Bredanaar met roots in voormalig Nederlands-Indië dat zijn opa zelden sprak over zijn tijd in Indië. “Dat was voorbij, daar moest je het maar niet meer over hebben”. Op zolder stond echter een oude kist met daarin aantekeningen in zijn handschrift. Hij schreef over de geur van jasmijn in de avondlucht. Over de stilte na het luchtalarm. Over kameraadschap, maar ook over verlies. Het raakte deze Bredanaar diep. Niet alleen omdat het over zijn opa ging, maar vooral omdat hij zich realiseerde: ik ken dit verhaal niet. Mijn vader heeft het nooit verteld.

Laten wij er samen voor zorgen dat deze en al die andere verhalen bekend worden en dat we ze blijven vertellen. Zodat deze geschiedenis niet vergeten wordt. En recht wordt gedaan.  

Woorden van dank aan Stichting Arjati zijn hierbij op zijn plaats. Immers, ieder jaar zorgt ze ervoor dat de verhalen verteld worden. Niet alleen op 15 augustus. Zo kan het grote publiek in Breda op een laagdrempelige manier kennis kan maken met onze Nederlands-Indische geschiedenis.  

Door te herdenken kunnen we met elkaar in verbinding komen en blijven. Deze verbinding ontstaat alleen als we willen luisteren naar elkaars verhalen. Zodat we ook kunnen blijven leren van die verhalen.  

Zo zorgen we er samen voor dat de geschiedenis van Nederlands-Indië een volwaardig hoofdstuk in ons gedeelde verhaal is. En daarmee niet alleen iets is van en voor die 2 miljoen mensen die roots hebben in Nederlands-Indië. Nee. Het is een geschiedenis die bij ons allemaal hoort.

En waarvan we dus ook kunnen, nee moeten, leren. Want ook dat is de waarde van herdenken. Op dagen als vandaag denken we aan al het leed dat oorlog en geweld met zich meebrengt. Wat het betekent om te moeten overleven in kampen. Staan we stil bij het gedwongen verlaten van de eigen geboortegrond.  

We spreken onze afschuw uit over oorlog en geweld. En zeggen vol overtuiging: “nooit meer”. En toch gebeurt het steeds weer opnieuw. In Oekraïne. In Gaza. We zien het elke dag opnieuw. Zelfs na alle ellende van de Tweede Wereldoorlog zien we dat leven in vrede en vrijheid niet vanzelfsprekend is. Dat het beschermen van de rechten van mensen, het volgen van internationale verdragen en het accepteren van de internationale rechtsorde allesbehalve vanzelfsprekend is.

Laten de Verzwegen Verhalen ook lessen voor nu zijn. Zoals het belang van bruggen bouwen in de samenleving. Natuurlijk. We verschillen van elkaar. Dat is ook prima. Maar maak van die verschillen geen tegenstellingen. Want dan wordt de ander een tegenstander die moet worden bestreden. Met uiteindelijk alle mogelijke middelen met alle vreselijke gevolgen van dien.  

Het is niet gemakkelijk. Zeker in een tijd waarin polarisatie een politiek verdienmodel is. En veel gaat onze macht te boven. Maar laten we in Breda laten zien dat het ook anders kan. Want Breda Brengt het Samen. Niet alleen op 4 en 5 mei. Niet alleen op 15 augustus. Maar iedere dag opnieuw. Laten we voor elkaar blijven opkomen. Want we zijn niet elkaars vijand. De oorlog is onze gezamenlijke vijand.  

Samen, vanuit verbinding, een vuist maken naar oorlog, conflict en respectloosheid. Zodat wij kunnen blijven leren van ons verleden, verbinden in het heden en een inclusieve, respectvolle en betrokken samenleving kunnen opbouwen voor onze toekomst, die van onze kinderen, kleinkinderen en alle generaties daarna!

Laat de prachtige Melati, de Indische jasmijn, daar – ook vandaag – weer het alleszeggende symbool voor zijn!  

Dank voor uw aandacht.