Het allerleukste aan mijn werk? Contact met bewoners!

Bon van Oosterum vertelt over zijn werk als projectmanager weg-, beton- en waterbouw bij de gemeente.

Bon van Oosterum was hét gezicht op straat en in de Bredase buurten voor de aanleg en herinrichting van straten, parken, viaducten en rioleringen. Was, want Bon geniet inmiddels van zijn vrije tijd en gaat op 23 november officieel met pensioen. Bon blikt terug op 25 jaar werken bij de gemeente Breda.  

“Als ik terugkijk, vond ik niks leuker dan een tekening uitrollen, daarover sparren met bewoners en zo samen mooie plannen maken. Ik was ook altijd zo veel mogelijk ‘op straat’. Bij de inwoners voor wie we het allemaal doen. Ik zeg altijd maar zo: zij hebben mijn salaris betaald.”

Bon Beton

Als projectmanager weg-, beton- en waterbouw, werkte Bon aan de aanleg en herinrichting van wegen, viaducten, parken en rioleringen. Daarom mag je hem ook gerust  ‘Bon Beton’ noemen. Zijn werkende leven startte in 1975. Op Schiphol, als schoonmaker van vliegtuigen. “Na de MTS (Middelbare technische school) in Breda kon ik geen werk in de buurt vinden. Na 9 maanden kwam ik in contact met een aannemer die met spoed iemand zocht. Zo werd ik assistent landmeter en daarna uitvoerder voor het aan elkaar lassen en in de grond stoppen van grote pijpleidingen. Daarna heb ik nog een aantal banen gehad voor ik bij de gemeente belandde. Zo mocht ik ook een tijd meewerken aan de Stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg, het laatste deel van de Delta Werken. Nota bene de reden dat ik ooit voor dit vak heb gekozen!”

Projecten in Breda

“In 1995 zocht de Gemeente Breda iemand om de riolering en de bestrating in de binnenstad te vervangen. Daar ging ik voor! In 1997 kwam ik in vaste dienst. En ik ben nooit meer weggegaan. Ik vind Breda een heel mooie gemeente om voor te werken. We doen hier mooie dingen, van klein tot groot. Als het maar met beton te maken heeft, ben ik blij. In 1999 zei mijn toenmalige leidinggevende: “Jij gaat Nieuw Wolfslaar bouw- en woonrijp maken en een geluidswal aanleggen." Dat was een feestje! Als ik dan op die wal van wel 14 meter hoog stond, zag ik Nieuw Wolfslaar gewoon letterlijk ontstaan. Net een maquette, maar dan in t echt. Op 14 meter hoogte stuurden we zo de bouw aan. Dat maakte me wel trots hoor.
Na Nieuw Wolfslaar was de reconstructie van de Oosterhoutseweg aan de beurt. Een thuiswedstijd voor mij; ik woon in Oosterhout. Een mooi project, vooral vanwege het maandelijkse overleg met bewoners en een werkgroep uit Teteringen. Als ik daar aan terugdenk: bijna al het verkeer hebben we moeten omleiden. Tegelijkertijd moesten de bussen er wel gewoon blijven rijden. Dat dit project zo goed is gegaan, komt echt door goed en regelmatig sparren met bewoners. Want het is niet niks wanneer de toegangsweg tot jouw huis wordt afgezet met 102 betonblokken.”

Samen

Overleg was er ook met bewoners in de Baronielaan. “Zij vonden dat er zo weinig groen in hun straat was. Kon ze geen ongelijk geven. Ik ben met hen om de tafel gegaan. Ik kreeg de opdracht om voor 7 ton voor groot onderhoud uit te laten voeren. Maar omdat het riool daar nog onder de stoep lag en we rioleringen eigenlijk in het midden van een straat willen hebben, is dat ook versneld aangepakt. Van t één kwam t ander. Want, toen er geen riool meer onder de stoep lag, konden we daar meer groen en bomen planten. En nieuwe straatverlichting. Allemaal in samenspraak met bewoners.
Dat bewoners graag mee willen doen, heb ik wel geleerd toen ik de plannen voor de herinrichting van de Parkstraat aan de omwonenden presenteerde. “Dat gaan we zo niet doen”, kreeg ik als antwoord. Het plan was teveel ‘voorgekauwd’. Dus gingen we in overleg. En kwamen de bewoners vervolgens zelf met het huidige ontwerp. Met als resultaat dat de Parkstraat -als je het mij vraagt- de mooiste straat van Breda is geworden.”

Tunnelbak

Kiezen op welk project hij het meest trots is, vindt Bon moeilijk. “Maar, als ik dan toch een keuze moet maken, dan is het de onderdoorgang -de tunnelbak- aan de Noordelijke Rondweg. Je weet wel, die met de woorden ‘stamboom’ en ‘boomstam’. Woorden die inmiddels helaas nog maar moeilijk te zien zijn vanwege de aanslag van uitlaatgassen op de muren. Maar, het is wél de enige tunnelbak in Breda die echt droog blijft na zware regenval,” zegt hij met gepaste trots.

Niet alle projecten verdienen de schoonheidsprijs. “De aanleg van de HOV-busbaan (hoogwaardig openbaar vervoer) door het viaduct in de Doornboslaan, ging niet helemaal goed. Lang verhaal kort: de asfaltlaag was te dik waardoor niet al het vrachtverkeer eronderdoor kon. De werkzaamheden zijn daardoor een paar keer stilgelegd, waardoor de druk om t alsnog op tijd af te krijgen, alsmaar groter werd. Uiteindelijk is het gelukt. Technisch gezien was het wel een fantastisch project. Zo hebben we het grondwater hier niet weggehaald, zoals we vroeger wel altijd deden. Als je dan met de trein het station van Breda binnenreed, reed je eigenlijk tussen 2 ‘zwembaden’ in. Als je het hebt over klimaatadapatie...”

Pensioen

En zo kan Bon nog wel even doorgaan. Maar nu is het tijd voor z’n pensioen. Een pensioen dat voor hem op t juiste moment komt. “Thuiswerken en zaken via de mail afhandelen, is niets voor mij. Veel liever drink ik met iemand een kop koffie. Bereik je veel meer mee. Omdat je dan echt contact hebt.” Dat is meteen een tip aan zijn opvolger: “Blijf altijd dichtbij en in contact met bewoners. Voor hen doe je het allemaal.”

Bon draagt het stokje met een gerust hart over. “Je moet een keer stoppen. En ik heb thuis een hoop te doen. Ga eerst eens wat achterstallig onderhoud wegwerken. Weet je wat ik ook ga doen? Een museumjaarkaart kopen. Ik heb de nachtwacht nog nooit in het echt gezien. Dat wordt hoog tijd. Daarnaast houd ik van wandelen en ga ik misschien wel weer tennissen of iets doen met mijn zeilbrevet. En ik ben natuurlijk ook opa!” Het spreekwoordelijke ‘zwarte gat’ kent Bon dan ook niet. “Ik kom mijn tijd wel door. Ben ook nog regelmatig in Breda te vinden. Bij De Bommel of bij de Nieuwe Veste. En mijn kapper zit ook nog hier. Maar, in het stadskantoor zie je me niet meer. Al vind ik het hartstikke leuk om collega’s tegen te komen. Maar niet om te werken. Dat is na 47,5 jaar, waarvan 25 jaar bij de Gemeente Breda, wel mooi geweest.”