Dodenherdenking Park Valkenberg 2024

Deze tekst kan afwijken van de daadwerkelijke speech die burgemeester Paul Depla gaf. Hierbij geldt het gesproken woord.

Goedenavond dames en heren, jongens en meisjes.

Allereerst: wat goed om te zien dat jullie in groten getale naar deze herdenking zijn gekomen.

We staan deze dag, en met name vanavond, officieel stil bij de verschrikkingen van oorlogen. We herdenken allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord door oorlogsgeweld.

De Tweede Wereldoorlog neemt hierin een bijzondere plek in. Niet alleen omdat de Nationale Herdenking gestart is na die oorlog. Maar ook vanwege de diepe littekens die deze oorlog achterliet. Littekens die nog steeds zichtbaar zijn.

Vanwege de ontelbare slachtoffers - zowel militairen als burgers -. Maar vooral ook vanwege het stelselmatig uitroeien van bevolkingsgroepen. Alleen omdat ze waren wie ze waren. Hielden van de mensen wie ze hielden. Geloofden wat ze geloofden.

Joden. Roma en Sinti. Homosexuelen. Jehovagetuigen. Mensen met een beperking. Politieke tegenstanders. Vermoord. Uitgeroeid. In een poging een samenleving te krijgen waarin alleen nog ruimte was voor het eigen superieure volk van gelijkgezinden.

Die oorlog ligt intussen bijna 80 jaar achter ons, maar het belang om stil te staan bij de gruweldaden van toen neemt niet af. Sterker nog, mijn gevoel van urgentie bij deze bijeenkomst is groter dan ooit. Het is geen vrolijke boodschap, anno 2024. Al zijn er altijd lichtpuntjes die de hoop voeden, gelukkig.

We leven in een samenleving waarin de spanningen toenemen. De oorlog in Oekraïne, de aanslagen in Israël, de oorlog in de Gazastrook. Waar oorlog heerst, vallen onschuldige slachtoffers en worden mensen tegen elkaar opgezet. Ook als ze er niet direct bij betrokken zijn.

Polarisatie neemt toe. Niet de daad, maar de dader lijkt iemands oordeel te bepalen. Niet het leed van het slachtoffer, maar de achtergrond van het slachtoffer lijkt het medeleven te bepalen.

Bruggenbouwen wordt steeds moeilijker. Groepen staan tegenover elkaar in een welhaast heilig geloof in het eigen gelijk. Een ander geluid, een ander perspectief wordt niet meer gehoord. Laat staan verstaan.

Wantrouwen in plaats vertrouwen. Vijanddenken in plaats van saamhorigheid en solidariteit. Daarmee staat ook onze samen-leving steeds meer onder druk. Want juist onderling vertrouwen en lotsverbondenheid zijn een noodzakelijke basis om met de ander te kunnen samen leven.

Het is al bijna 80 jaar geleden. Tegelijkertijd: het is nog maar 80 jaar geleden. De waarschuwende woorden van de Joodse schrijver en Auschwitz-overlevende Primo Levi “Het is gebeurd, dus het kan zo weer gebeuren” lijken actueler dan ooit.

Dat vraagt om alertheid, van iedereen. Je veilig voelen. Onbekommerd kunnen zijn wie je bent of wilt zijn. Het lijkt zo vanzelfsprekend. Helaas kunnen we dat niet meer zo maar stellen.

Sla de kranten open. Kijk naar actualiteitenprogramma’s. Maar luister vooral naar de verhalen van mensen. Ook hier in Breda. Zijn we nog wel zo tolerant ten opzichte van de ander?

Het positieve antwoord dat we graag willen geven, lijkt minder vanzelfsprekend. We zien tekenen die op het tegendeel wijzen. Degenen die anders is, wordt te vaak beschimpt, gediscrimineerd of geïntimideerd. We zien een schrikbarende stijging van het aantal meldingen van discriminatie. Alleen vanwege een ander geloof, een andere sexuele geaardheid, een andere afkomst, of vanwege een ander mening.

De polarisatie maakt van de ander een tegenstander die bestreden mag, nee moet worden bestreden. Met alle gevolgen van dien. We zien ook hier de gevolgen van de geo-politieke spanningen. De toename van moslim-discriminatie, maar ook van het oplaaiende anti-semitisme. Gevoed door de conflicten en spanningen in het Midden-Oosten.

Het is wereldwijd een probleem en dus ook een probleem in Nederland en in Breda. Ieder weldenkend mens wil een samenleving waarin geen plaats is voor racisme, discriminatie en anti-semitisme.

Punt.

Voor ‘ja, maar’ mag daarbij geen ruimte zijn. Want de ander veroordelen op alleen geloof, afkomst of geaardheid is nooit te rechtvaardigen.

De ooit zo vanzelfsprekende solidariteit moet terugkomen, we moeten schouder aan schouder de slachtoffers van discriminatie steunen.

Laten we het in Breda weer samenbrengen. In onze stad kunnen we een vuist maken, en kunnen we elkaar aanspreken op gedrag of opmerkingen die anderen, individueel of als groep, in een hoek zetten.

Dat vraagt om een bepaalde mentaliteit. Misschien wel ook wel om moed. Want opkomen voor degenen die worden weggedrukt is niet eenvoudig. Dat zagen we vroeger. Helaas zien we het nu ook weer.

Steun elkaar als je tegen de stroom in op zoek blijft gaan naar verbindingen. Steun de bruggenbouwers. En wat daarbij helpt, is met elkaar het gesprek aan te blijven gaan. Ook al schuurt dat soms.  

We proberen het ook in Breda. We vangen met een vanzelfsprekende gastvrijheid de vluchtelingen uit Oekraïne op. Deze tijdelijke Bredanaars doen hun best om de verbinding met onze samenleving te zoeken.

Ook zoeken diverse religies in Breda elkaar op, omdat ook zij de noodzaak van verbinding zien. Dan krijg je vanzelf meer begrip voor elkaar. Het gevolg is dat je elkaar vindt in wat je deelt, in plaats van dat je uit elkaar drijft door wat je vérdeelt.

Het werkt allemaal zoveel positiever dan elkaar veroordelen, vaak op basis van berichten op social media en fake news.

In die verbinding ligt wat mij betreft de hoop. En kijk eens om u heen, zie het aantal jonge Bredanaars dat de moeite heeft genomen om hier vanavond te herdenken. Het zijn er heel veel, en het stemt mij hoopvol dat zij zich willen inzetten voor een Breda dat het samenbrengt. Een Breda dat ménsen samenbrengt.

Ik dank u allen voor uw aandacht en uw aanwezigheid bij deze herdenking.